Kruip in de huid van … je lezer
Al mijn schrijftips zou ik kunnen samenvatten in dit advies: kruip in de huid van je lezer. Probeer je zo goed mogelijk te verplaatsen in je doelgroep. Op die manier kun je beoordelen of je tekst goed aansluit bij je publiek, niet alleen qua inhoud, maar ook qua toon en woordgebruik.
’s Avonds tussen 6 en 7, ergens in de jaren ’80. Tijd voor de afwas en voor het radioprogramma ‘De Avondspits’, gepresenteerd door Frits Spits. Verreweg mijn favoriete programmaonderdeel was ‘Kruip in de huid van…’. Een luisteraar deed zich voor als een persoon of groep die hij bewonderde en werd door Spits stevig aan de tand gevoeld met 5 pittige kennisvragen over deze persoon. Totdat de luisteraar door de mand viel en een vraag niet kon beantwoorden. Bijzonder spannende radio vond ik dat.
Als schrijver kun je ook genadeloos door de mand vallen. Alleen merk je er zelf vaak niet zoveel van. Je lezer heeft het gevoel dat de tekst niet voor hem bestemd is. Hij haakt af, legt de tekst terzijde of gaat naar een andere website. Wat een gemiste kans, je had hem zoveel te bieden …
Al mijn schrijftips zou ik kunnen samenvatten in dit advies: kruip in de huid van je lezer. Probeer je zo goed mogelijk te verplaatsen in je doelgroep. Op die manier kun je beoordelen of je tekst goed aansluit bij je publiek, niet alleen qua inhoud, maar ook qua toon en woordgebruik.
Hoe doe je dat?
Dit bereik je door je zo goed mogelijk te verdiepen in je lezers. Probeer in kaart te brengen of je lezers vooral mannen of vrouwen zijn, wat hun opleidingsniveau is en hun leeftijd. Als je zelf te weinig weet over je lezers, ga dan met ze in gesprek! Of als dat niet kan, met mensen die hen wel kennen. Moet je bijvoorbeeld een brochure schrijven over een IT-applicatie? Ga dan praten met helpdeskmedewerkers, verkopers of andere mensen die regelmatig contact hebben met de gebruikers van de applicatie.
Voorkennis
Probeer te weten te komen wat de lezers al weten over het onderwerp. Uit onderzoek blijkt dat als mensen moeite hebben om een tekst te begrijpen, dit meestal komt door grote verschillen tussen de veronderstelde en de feitelijke voorkennis. Lezers hebben de meeste moeite met het begrijpen van wat er níét gezegd wordt, met de verzwegen vooronderstellingen van de auteurs.
Hoeveel informatie?
Geef precies die informatie die je doelgroep nodig heeft. Niet minder, maar ook niet meer: voorkom dat je je lezer lastigvalt met informatie die hij al weet. Probeer te bedenken met welk doel je lezers deze tekst gaan lezen: op welke vragen willen zij antwoord? Het gaat er niet om wat jij wilt vertellen, maar om wat de lezer wil weten.
Toon
Belangrijk is ook om de juiste toon te vinden. Stel jezelf voortdurend de vraag: hoe komt dit over bij mijn lezers? Soms heb je geluk en ken je iemand uit je doelgroep. Houd deze persoon dan in gedachten. Zo voorkom je dat je tekst teveel jargon bevat, of juist te simpele taal. Dan voelt de lezer zich niet serieus genomen (zie mijn eerdere blogpost Jip en Janneke taal). Bedenk ook hoe de doelgroep staat tegenover het onderwerp van de tekst: positief, wantrouwend, neutraal? Houd rekening met eventuele belangen en verwachtingen.
Meerdere doelgroepen
Zijn er meerdere doelgroepen die geïnformeerd moeten worden? Schrijf dan een aparte tekst voor elke doelgroep. Doe je dat niet, dan is er altijd een groep die zich niet aangesproken voelt. Dan geeft de tekst teveel achtergrondinformatie voor de ene groep, of is de toon te formeel of informeel voor de andere groep.
Kruip in de huid van je lezer
Of je tekst voldoende aansluit bij de doelgroep, kun je goed beoordelen door de tekst te bekijken vanuit het perspectief van je lezers. Door je grondig te verdiepen in hun standpunt. Kortom: kruip in de huid van…
Voor de nostalgische liefhebber: beluister hier een fragment van ‘De Avondspits’ met het onderdeel ‘Kruip in de huid van…’ uit 1985.
En lees ook mijn andere blogs in de serie begrijpelijk schrijven: Begrijpelijk schrijven: Jip-en-Janneketaal? en Logische indeling, begrijpelijke tekst.